“Waarmee zijn wij, LGBT’ers, gezegend?”

Photo by Rosie

Theoloog James Alison over geloof en seksuele diversiteit

Lees het hele interview op Nieuw Wij

Hoewel James Alison (1959) geen vakgeleerde is, en hij zichzelf vooral ziet als priester voor gelovige LGBT’ers, zijn z’n theologische beschouwingen van hoog niveau. Zijn boeken worden vertaald in het Frans, Italiaans, Spaans, Portugees en Russisch. Alleen wat het Nederlands betreft is het bij zijn eerste boek gebleven: Kennis van Jezus (1993). Alison is een Brits theoloog, opgeleid als Dominicaan, wiens denken sterk beïnvloed is door de Frans-Amerikaanse antropoloog en literatuurwetenschapper René Girard. “Het is pas vrij recent dat gays en lesbians echt een eigen stem krijgen, subject van hun eigen toekomst worden in plaats van mensen over wie door anderen wordt nagedacht.”

Toen ik Alison benaderde voor dit interview, zei hij meteen dat de kans groot is dat we heel verschillende ervaringen zouden hebben omtrent religie. Mijn eigen verhaal is typisch Nederlands, tegen de achtergrond van een massale ontkerkelijking, terwijl Alison de wereld rondtrok en vele jaren doorbracht in Latijns Amerika. Geboren in een gezin in de politieke en maatschappelijke elite van het Verenigd Koninkrijk, wilde hij eind jaren tachtig zo snel mogelijk aan de in zijn milieu verstikkende sfeer voor homoseksuelen ontsnappen. Op jonge leeftijd vertrok hij naar Mexico. We spreken elkaar via zoom; Alison doet dat vanuit zijn woning in Madrid waar hij al langere tijd woont.

In je boeken gebruik je regelmatig de termen coming out en coming out of the closet. Wij hebben deze uitdrukking ook in het Nederlands: ‘uit de kast komen’. Een tijdje geleden kwam ik die uitdrukking tegen op Facebook toen een vrouw kenbaar maakte dat ze gelovig was en naar de kerk ging. Maar oorspronkelijk komt de uitdrukking uit de LHBG-wereld, toch?

“Ik denk dat het nog verder teruggaat. Wanneer vroeger in Engeland in de hogere sociale milieus meisjes van een bepaalde leeftijd vrijkwamen voor de huwelijksmarkt werden er zogeheten coming-out parties gehouden. De homobeweging heeft dit ironisch overgenomen en beschrijft daarmee het proces waarin je je leven als homo sociaal vorm gaat geven. Later, als er over ‘uit de kast komen’ wordt gesproken, wordt het een uitdrukking voor het wegtreden uit iets donkers, iets wat je tot dan toe geheim hebt willen houden. Het is een overgang naar een waarachtiger leven, wetend dat je daarmee risico’s neemt. Je kunt natuurlijk op allerlei manieren uit de kast komen. Je kunt ook ‘uit de kast komen’ als Tsjaikovski-fan in een omgeving waar iedereen met Wagner dweept. Het is een uitdrukking die het moment beschrijft waarop je besluit te gaan staan voor iets goeds in je leven, tegen de heersende mening in en niet bang meer voor wat mensen zullen zeggen.”

Lees het hele interview op Nieuw Wij